26/11
Lander Tijtgat voelt zich nog sterker dan vorig jaar
Lander Tijtgat.
Foto: Nadia VERHOFT
“Tevreden ben ik nog altijd, maar vooraf voelde ik mij zodanig sterk, dat ik dacht dat het wel eens mijn kans zou kunnen zijn om een eerste CrossCup te winnen”, vertelde Lander Tijtgat/EA na zijn derde plaats in Roeselare. “Het wedstrijdverloop was speciaal. De aanval van Dame Tasama/VAC was de felste, maar die kon ik al bij al vlot beantwoorden. Toen nadien Robin Hendrix/OEH versnelde, was het beste er bij mij vanaf.”
Los van de EK-selectie, die nog bekendgemaakt moet worden, geldt Lander als een van de weinige referenties bij de mannen. Hij was er namelijk vorig jaar al bij in Samorin, en dingt ook dit jaar mee naar een selectie. “Mijn vorm is nog iets beter dan vorig jaar. Maar dat wil niet zeggen dat ik op het EK opnieuw dertiende ga worden. Het parcours in Tilburg is zowat tegenovergesteld aan vorig jaar: veel bochten en veel modder. Ik reken mijzelf wel tot de top twintig.”
Robin Hendrix, de man die Lander met zijn versnelling de das om deed, was als tweede na trainingsmaatje Isaac Kimeli/OEH nog de meest gelukkige van allemaal in Roeselare. “Dat het in het begin zo traag ging, was in mijn voordeel. Maar Isaac is nog dat tikkeltje sneller op het einde, zeker na zo’n lange wedstrijd waarvan iedereen vermoeid is. Tijdens de wedstrijd heb ik stiekem toch een beetje zitten plaatsjes tellen met oog op het EK. Uiteindelijk word ik tweede, en daarmee heb ik mijzelf toch in positieve zin weten te verrassen.”
Ook Isaac kon als winnaar moeilijk anders dan tevreden zijn, zeker na zijn gemiste EK veldlopen van vorig jaar. “Er was veel wind, en dus had de coach mij gevraagd om niet op kop te lopen tot in de laatste ronde. Gelukkig had ik in de finale nog iets over om het te beslissen, maar ook Robin was verbazend sterk. In Tilburg wordt het mijn eerste EK cross bij de grote jongens, dus ik ga geen te hoge verwachtingen scheppen. Ik mik op top vijftien, top tien zou helemaal mooi zijn.”
Simon Debognies/OEH liep als achtste over de finish. In Mol was hij nog vierde Belg en dus had Simon ook nu op iets meer gehoopt, maar het voornaamste was om met oog op het EK als eerste belofte te finishen. En dat lukte. “Ik moest al behoorlijk vroeg lossen. Een echte verklaring heb ik niet, al kreeg ik na Mol wel last van een spier van mijn rug naar mijn ribben. Dat is ondertussen gelukkig van de baan. Ik heb er alle vertrouwen in dat ik op het EK in Tilburg weer minstens even sterk ben als in Mol. Ik had graag wat meer voorin meegedaan, want nu werd het een eenzame koers. Maar de prioriteit was om als eerste belofte te finishen.”
Pieter Claus/EA tot slot finishte als zevende in de korte cross, substantieel beter dus dan zijn achttiende plaats in Mol. “Hier mag ik tevreden mee zijn. Nog liever loop ik nog meer voorin, maar het blijft cross, niet meteen mijn specialiteit. Ik denk dat ik op mijn niveau gelopen heb en dat die zevende plaats goed weergeeft waar ik sta. In Mol begreep ik zelf niet goed waarom het zo slecht was, maar dat is bij deze uitgewist.”