26/01
Renée Eykens opent seizoen meteen met persoonlijk record
Renée Eykens.
Foto: Tomas SISK
“Het was een redelijk kleine wedstrijd met regionale, Duitse meisjes”, vertelt Renée Eykens/AA over haar seizoensopener. “Er was wel een haas voorzien, maar die liep maar tot 300 meter. Daarna viel ik alleen. Na 400 meter kwam ik door in 60 à 61 seconden, en dat ik dan nog naar 2’04”24 kon lopen, is een goed teken.”
De halve finaliste van de Spelen in Rio liep al enkele crossen, maar de intensiteit in een 800 meter is toch nog wat anders. Even schakelen. “Het voelt wat vreemd, maar daarom was het goed dat er in het begin toch iemand het tempo aangaf. Omdat ik nog niet zo vaak indoor liep, vond ik het op voorhand lastig in te schatten waar ik uit zou komen. Maar op training draait het goed, dus ik hoopte toch rond mijn record uit te komen. Ik ben heel blij dat ik er meteen onder duik.”
Het EK indoor, waarvoor 2’02”72 nodig is, vormt geen hoofddoel voor Renée. Maar dat wil niet zeggen dat ze er niet naartoe wilt. “Ik voel dat ik nog wat wedstrijdritme mis om dieper te kunnen gaan. Volgende keer is er hopelijk wat meer tegenstand. Elke wedstrijd hoop ik sneller te gaan, en dan zien we wel waar ik uitkom. Ik probeer wel degelijk om de limiet voor Glasgow te halen, maar ga mij niet forceren om daar per se te willen staan.”
De volgende wedstrijd volgt op 4 februari in Stockholm, opnieuw een 800 meter. “Dit indoorseizoen doe ik vooral om prikkels te geven richting het zomerseizoen, dat mijn lichaam de inspanning tegen dan nog herkent.” Ook de trainingen zijn ondertussen steeds meer op de 800 meter gericht. “Ik heb lang aan de basis gewerkt, en momenteel onderhouden we die in combinatie met wat specifieker werk. Eén keer per week train ik indoor, bij voorkeur in Dusseldorf. Daar is het rustig en het is niet te ver voor mijn coach (de Nederlander Theo Joosten). De andere trainingen zijn nog altijd in het bos.”
Haar voet, die Renée afgelopen zomer veel hinder bezorgde, geraakt steeds beter onder controle. “We bouwen de belasting stilaan op. Na een zware training of wedstrijd volgt er nog altijd een reactie. Ik passeer elke twee weken bij de dokter voor een controle, en we zijn nog altijd heel voorzichtig met snelheid en explosiviteit. Het zou fijn zijn om daar meer op te kunnen trainen, maar we doen het niet uit voorzorg.”