15/05
De olympische droom van Jochem Vermeulen
Jochem Vermeulen.
Dag Jochem, heb je jezelf verbaasd door afgelopen weekend meteen in 3’35”21 te openen in de 1.500 meter, amper vier maanden na je stressfractuur aan het scheenbeen?
“Je doet wel trainingen waarin je ziet dat je iets kan, maar ik dacht niet dat dat meteen in 3’35 ging resulteren. Op voorhand was mijn ambitie om in het pak te eindigen zonder te vroeg in de wedstrijd het gevoel te krijgen dat ik helemaal leeg was, maar het ging veel beter dan dat. In de winter heb ik heel veel alternatief getraind, en ook iets anders dan vroeger. Ik heb meer interval gedaan in hoge zones, voornamelijk op de fiets, want op de crosstrainer had ik last. Ik heb mij goed uitgeleefd op de rollen en wist dat het ging opleveren, maar niet zo snel als nu blijkt.”
Heb je gevreesd voor je olympische droom toen die blessure optrad?
“In het begin was er toch even paniek. Het kwam heel ongelegen, want ik ging net aan mijn indoorseizoen beginnen. Die rankingpunten vielen al weg. De dokter sprak eerst van vier weken, maar dat werden er meer en toen dacht ik toch even ‘oei’. Maar al bij al bij al ben ik rustig gebleven en heb ik gedaan wat ik moest doen. Na zeven weken kon ik weer rustig beginnen opbouwen en momenteel sta ik waar ik moet staan.”
Waar loop je de komende weken?
“Zondag loop ik in Rehlingen, de week nadien moet ik nog nieuws krijgen over waar ik word toegelaten. De bedoeling is om mij te plaatsen voor de Spelen. De EK-limiet heb ik gelukkig al, maar het blijft opletten voor andere Belgen. Ik durf niet met zekerheid te zeggen dat ik het EK al binnen heb.”
Vind je het stresserend dat het niveau zodanig hoog ligt in België dat je nooit zeker bent van je plekje?
“Op zich is het alleen maar positief. Het houdt je scherp. Je moet héél snel lopen of er zijn anderen rapper, maar het brengt ook wel wat extra zorgen mee. Gelukkig neemt het mijn plezier niet weg. Ik snap ook wel een Stijn Baeten die het gevoel heeft dat hij met 3’36 niet meer meespeelt. Ik vind niet dat we 3’36 nu maar normaal moeten gaan vinden omdat er andere Belgen 3’33 lopen. Het blijft een hele straffe prestatie.”
Welk belang hecht jij in een olympisch jaar aan het EK in Rome?
“Als het over de ervaring gaat, steekt Parijs er ver bovenuit voor mij, maar in Rome komt er misschien wel een kans om eens met meer ambitie te starten. De finale moet voor mij altijd het doel zijn. Ik heb stappen gezet, zeker op tactisch vlak. Ik denk wel dat de meeste kleppers er zullen zijn, want Ingebrigtsen en Nordas zijn al aangekondigd, maar zij zullen het als voorbereiding zien. Anderzijds denk ik dat er weinigen het EK zullen laten schieten, want je krijgt in een carrière niet heel veel kansen op een groot kampioenschap.”
Geef je jezelf veel kansen op de Olympische Spelen?
“Dat is moeilijk te zeggen, want het hangt niet alleen van mezelf af. Een week geleden gaf ik mij alleszins minder kans dan vandaag, omdat ik in Karlsruhe gevoeld heb ik dat ik het moet kunnen. Ik ga niet gokken op de ranking, want dat is gevaarlijk. Ik voel dat ik in de buurt kan komen van de limiet (3’33”50, red.) en dat is het doel voor de komende weken.”
Als je Parijs haalt, waar droom je dan van?
“Op het WK vorig jaar vond ik één ronde verder geraken al heel goed, maar nu zijn de halve finales toch echt een doel.”
Voor het eerst wordt er met herkansingen gewerkt voor atleten die sneuvelen in de eerste ronde. Kan je er vrede mee nemen op die manier in de halve finales te geraken in Parijs?
“Het blijft een olympische halve finale. Hoe je daar geraakt bent, zal er nergens bijstaan. Het enige nadeel is dat je een extra wedstrijd in de benen hebt en minder kans maakt op de finale, maar ik vind het nieuwe systeem een voordeel. Vroeger was het alles of niks, nu krijg je twee kansen.”
Zou Parijs bereiken voor jou een beloning zijn voor jarenlang doorzetten met zware blessures?
“Natuurlijk. Ik heb veel momenten gehad waarop ik het niet meer zag zitten, dus als ik de Spelen haal zou dat als een hele grote beloning voelen. Nog meer dan op een EK of WK, want het zijn toch de Spelen waar je als jonge atleet van droomt.”