03/04
De olympische droom van Dieter Kersten
Dieter Kersten.
Foto: Belga
Dag Dieter, we zijn een dik jaar na jouw diagnose met het RED-s syndroom. Hoe gaat het momenteel?
“De laatste tijd gaat het goed. Ik ben de kilometers stilaan aan het opdrijven, maar ben nog ver van wat ik vroeger deed. Momenteel draai ik weken van 90 à 95 kilometer en dat ben ik al een paar maanden consistent aan het doen. Dat is zeker al positief te noemen. Momenteel verblijf ik voor twee weken op hoogte in Kortrijk en daarna vertrek in naar Font Romeu. Dit wordt een cruciale periode, want we gaan zien hoe mijn lichaam op hoogte reageert. Het is al drie jaar geleden en als het nodig is moet ik snel ingrijpen. Hopelijk kan ik binnenkort de stap zetten naar 110 à 120 kilometer, want dat is toch het minimum om een deftig niveau te halen.”
Je zit in Monte Marcella, het nieuwe hoogteresort in Kortrijk. Hoe bevalt het?
“Het valt heel goed mee. De locatie is mooi en in de toekomst zie ik hier veel loop- en vooral wielerteams komen. Het is hier veel groter dan Bakala Academy in Leuven en er is meer afleiding met een cinema, sauna, massage, ijsbad, zwembad en fitness. Je kan de dag doorkomen zonder het gevoel te hebben opgesloten te zitten, maar in Leuven heb je wel de piste en het Dijlepad, dus zit je iets beter om te lopen.”
Denk je momenteel al aan competitie?
“In mei wil ik één of twee kleine wedstrijden lopen. Eind mei of begin juni hoop ik op een degelijke 10.000 meter. Als de trainingen goed gaan, hoop ik op 29’30. Misschien doe ik daarna nog één wedstrijd, maar nadien gaat tien dagen de riem eraf. Begin juli wil ik aan mijn opbouw beginnen voor de marathon van Valencia in december. Dat is mijn enige hoofddoel dit jaar.”
Wat zeggen de parameters die je gebruikt om je niveau te testen? Sta je al ergens?
“Ik zie in lactaattesten dat ik nog een héél stuk verwijderd ben van mijn oude niveau, maar eens de bal aan het rollen gaat, kan het soms snel gaan. Het is al heel goed dat ik consistent aan het trainen ben zonder te moeten onderbreken. Daarom hoop ik in december op een fatsoenlijke marathon.”
Wanneer heb je beseft dat de Spelen in Parijs niet voor jou zouden zijn?
“Toch al even geleden. Na mijn dubbele stressfractuur was er nog tijd, maar daarna kwam het RED-s syndroom en vertelde iedereen mij dat ik niet moest rekenen op een spoedig herstel. In augustus 2023 kreeg ik ook een terugval, waarbij de vermoeidheid terugkwam, en ik een paar weken niet kon trainen. Toen wist ik honderd procent zeker dat ik de Spelen niet meer kon halen. Ik heb het vrij snel kunnen plaatsen, omdat ik het zag aankomen. Op dat moment was ik niet met Parijs bezig. Mijn gezondheid primeerde. Gewoon de dag doorkomen zonder al te moe te zijn, daar was ik al blij mee.”
Wat is je bijgebleven van jouw olympische deelname in Tokio?
“Het is een mooie herinnering, al was het een heel speciale editie door corona. We waren afgeschermd van alles en iedereen en kregen weinig van het circus mee, maar anderzijds valt de marathon altijd op het einde van de Spelen en moet je sowieso gefocust blijven. Dus veel had ik hoe dan ook niet kunnen meekrijgen, maar in Parijs zal de beleving toch anders zijn, met vrienden en familie die komen supporteren.”
Is jouw doel nog altijd om opnieuw op de Spelen te staan?
“Volgens mij wil elke atleet die zijn sport op hoog niveau beoefent naar de Spelen, maar als je de limieten ziet evolueren, denk ik wel dat het heel moeilijk zal worden. Ik wil echt niet weten wat de limiet is voor de Spelen in 2028, maar daar ben ik ook niet mee bezig. Weer naar mijn oude niveau evolueren (zijn PB is 2u10’22, red.) zou al heel mooi zijn.”
Twijfel je soms of je nog ooit je oude niveau haalt?
“Iedereen die in mijn situatie zit en beweert dat hij niet twijfelt, die liegt volgens mij. Het is niet dat ik mij even twee maanden wat minder heb gevoeld. Het is ondertussen al drie jaar. Dus ja, natuurlijk heb ik soms getwijfeld, en nu nog altijd. Wat gaat er gebeuren als ik naar 140 kilometer per week ga? Dat zijn vragen waar we de komende maanden een antwoord op gaan krijgen. Ik denk dat ik binnen enkele maanden al ga weten of ik ooit nog terug op mijn oude niveau geraak. Het geloof is er alleszins nog, anders was ik al lang gestopt. Ik doe er alles aan om minstens weer mijn oude tijden te halen, en liefst nog sneller, want met 2u10 stel je vandaag al niet meer zo veel voor. Anderzijds zou dat voor mij al een hele grote overwinning zijn.”