11/07
Merel Maes ziet mogelijkheden om dit seizoen nog richting 1m95 te gaan
Merel Maes.
Foto: Belga
Bij de European Team Championships in Polen, waar Merel Maes/ACW over 1m92 ging, was al duidelijk dat ze nog meer in haar mars had. “Het was héél nipt op 1m94, dus dat zit er echt in”, zei ze toen. En het duurde niet lang voor ze daarbij in de buurt kwam. In Kortrijk sprong ze afgelopen weekend over 1m93, een evenaring van het twintig jaar oude nationale junioresrecord van Sabrina De Leeuw.
“Ik ben supertevreden”, vertelt Merel over haar prestatie in Kortrijk. “Normaal doe ik zevenpas met vooraanloop, maar nu wilden we eens zevenpas uit stilstand proberen. Op die manier heb ik meer controle over mijn aanloop, dus het was een geslaagde test. Dat was mijn enige bedoeling voor de wedstrijd, want op vlak van resultaat begin ik nooit met een concreet doel aan een wedstrijd, maar ik ben héél blij met 1m93 en met mijn goeie sprongen op 1m95. Misschien lukt dat dit seizoen nog.”
Het EK juniores in Jeruzalem in augustus moet er nog aankomen, maar eigenlijk is het seizoen van Merel nu al geslaagd. “Concrete doelen had ik niet voor dit seizoen, maar ik wilde wel minstens 1m90 springen”, klinkt het. “Daar zit ik nu al drie centimeter over, dus daar ben ik heel blij mee. En ik ben ook heel consistent, 1m92 of 1m93 zijn geen uitschieters. Wat ik op het EK wil bereiken? Gewoon zo goed mogelijk springen. Met een specifieke plaats ben ik niet bezig.”
Boedapest
In aanloop naar het EK U20 staan er nog maar twee wedstrijden op de planning: de Silver Label meeting in Madrid en het BK in Brugge. En of er na het EK juniores nog een WK alle categorieën volgt, moet je Merel niet vragen. “Met Boedapest ben ik helemaal niet bezig. Ik weet niet eens wat de limiet is of hoeveelste ik sta op de ranking. En ik hoef het ook niet te weten”, zegt ze. We kunnen de vraag wel in haar plaats beantwoorden: op de WK-kwalificatieranking is ze 26e, dus zonder ongelukken is ze erbij in Boedapest.
Ondertussen begint Merel zich steeds beter te voelen onder de vleugels van Fernando Oliva. “Sinds ik bij hem train, hebben we vooral ingezet op belastbaarheid, zodat ik meer trainingen aankan”, legt ze uit. “Dat begint nu te renderen. De resultaten van mijn krachttrainingen zien we nu ook in het hoogspringen. Ik train niet meer dan vorig jaar, maar ik kan het beter aan en ik recupereer sneller. Ik verteer alles zonder geblesseerd te raken en dat is een groot verschil met vroeger. Ik heb een heel goed gevoel bij Fernando en ik heb heel veel vertrouwen in hem.”