29/06
Thomas Van der Plaetsen denkt na eerste test op BK nog altijd aan Eugene
Thomas Van der Plaetsen.
Foto: Nadia Verhoft
“Ik had het niet makkelijk om mij op te laden om weer in wedstrijd uit te komen, maar de resultaten waren eigenlijk wel oké”, zegt Thomas Van der Plaetsen/DEIN over zijn BK. Zijn uitslagen op een rijtje: 45m22 in het discuswerpen, 12m99 in het kogelstoten, 1m95 in het hoogspringen en 5m30 in het polsstokspringen. “In sommige proeven, zoals het hoogspringen, kwam het er nog niet helemaal uit, maar in het polsstokspringen ging het vlot en kan ik in goede omstandigheden naar serieuze resultaten gaan”, klinkt het.
Thomas voelt zich niet slecht, maar zijn lichaam is ook nog niet honderd procent fit. “Los van elkaar bekeken zijn de meeste proeven in orde”, weet hij. “Sinds een maand ben ik wat specifieker aan het werken en dat werpt wel zijn vruchten af. De grote vraag is of ik het allemaal samen krijg en tien proeven na elkaar kan afwerken. Het is constant aanpassen, want mijn knie blijft vervelend doen. Mijn hamstring zelf doet het gelukkig goed.”
Tijdens het polsstokspringen speelde de andere hamstring wat op – dus niet die van in Tokio – en daarom skipte Thomas het speerwerpen, wat in principe zijn vijfde proef moest worden. “Mentaal heb ik nog niet de overtuigingskracht om door kleine pijntjes te bijten”, vertelt hij. “Dan zeg ik al snel: het is mooi geweest voor vandaag. Jammer, want speerwerpen is het enige nummer dat momenteel écht goed draait.”
Of de tienkamper in Eugene aan de start komt, is nog geen uitgemaakte zaak. “De komende weken moet ik nog wat zaken uittesten, zoals eens verspringen in wedstrijd, en daarna zal ik pas beslissen of het realistisch is om een volledige tienkamp af te werken op het WK”, klinkt het. “Dat blijft een vraagteken, groter dan ik eigenlijk zou willen toegeven. Het is vooral de schrik om een blessure op te lopen, want mijn fysieke voorbereiding is niet slecht en ik wil nog altijd graag aan de start komen. Ik hoop dat het kan, maar het moet wel realistisch zijn.”
De tienkamp begint met de 100 meter en het verspringen, en laat dat nu net de proeven zijn waar Thomas moeite mee heeft. “Daar ga ik niet zo goed uit de verf komen”, beseft hij. “Ik zal vertrouwen moeten hebben in mijn andere disciplines en niet te veel stilstaan bij eventuele mindere resultaten aan de start van de tienkamp. Een andere vraag is of ik die twee disciplines heelhuids kan doorkomen. We hebben er wel op getraind, maar hebben nooit hard gepusht.”
Verspringen is nog het grootste vraagteken, en daar komt bij dat de tienkamper zijn angsten moet overwinnen, nadat hij in die discipline zijn horrorblessure opliep in Tokio. “We zijn het verspringen nog volop aan het opbouwen, dus als ik van start ga in Eugene, zal het op korte aanloop zijn, maar ik begin wel weer richting zeven meter te gaan”, luidt het. “Het is elke week een klein beetje beter, maar er zit nog schrik in. Daarom bouwen we het heel voorzichtig, week per week, op.”
Je zou je kunnen afvragen waarom Thomas niet op het EK in augustus mikt en zichzelf een maandje extra gunt. Het is een optie, maar niet degene die zijn voorkeur wegdraagt. “Natuurlijk is dat een mogelijkheid en als ik voel dat Eugene te vroeg komt, zal ik wel herfocussen naar het EK, maar voorlopig blijft mijn gameplan om op het WK te mikken. Dat grote toneel gaat mij ook helpen om mijn focus en motivatie terug te vinden. Daar hoop ik het vuur terug te vinden”, besluit hij.