25/10
Reactie Atletiek Vlaanderen op open brief over topsportbeleid
Atletiek Vlaanderen
Vanochtend verscheen een open brief waarin een aantal atletiekcoaches hun ongenoegen uitten over het topsportbeleid. De brief was gericht aan Gery Follens, de voorzitter van Atletiek Vlaanderen die hierbij graag een genuanceerde reactie wil geven.
Sta me toe om namens de Raad van Bestuur van Atletiek Vlaanderen te reageren op de ‘Open Brief’ die de trainers stuurden omtrent de werking van het topsportbeleid.
- We werken al een paar jaar aan een verandering in het beleid:
- We komen van een situatie waarbij een trainer en atleet, nadat ze hadden gepresteerd, beiden een contract kregen. Daarnaast stelden ze ook zelf telkens een eigen (medische) omkadering samen. Onze middelen lieten maar toe om dat voor een heel beperkt aantal “koppels” te doen. Er was geen geld over voor mensen op weg naar de top en nauwelijks voor de beloftevolle jongeren.
- Elke trainer die zo in onze werking terechtkwam, bracht dus een eigen trainersgroep mee, waardoor er na-ijver en jaloezie ontstond bij andere trainers en atleten in dezelfde disciplinegroep
- Rutger kreeg de opdracht om een beleid uit te werken waarin onze middelen efficiënter konden worden ingezet voor een grotere groep mensen. Hij stelde een centralisatie voor waar op één plek alle nodige competenties worden verzameld die relevant zijn om topsport te bedrijven op het allerhoogste niveau.
Er werd gekozen voor centralisatie in Gent. Rutger kreeg het fiat om een volledig professionele werking op te zetten met sportwetenschappelijke ondersteuning en expertise. - Dat stelt ook de overheid in staat efficiënt te investeren in de werking (coaching, experten) en in accommodatie om deze werking op topniveau te ondersteunen, een absolute noodzaak in ons klimaat.
- De Olympische Spelen in Parijs waren een belangrijke mijlpaal in dit plan: 4 trainers (op onze payroll) in de sprintwerking stopten ermee. Jacques Borlée, Rudi Diels (beëindigde in onderling overleg), Patrick Himschoot en Philip Gilson gingen met pensioen. Omdat de atleet centraal staat (en niet het ‘koppel’ trainer-atleet) in ons nieuw beleid, werd er gekozen voor slechts 1 federatietrainer in dit domein die zelf geen enkele Vlaamse topatleet als zijn eigendom beschouwde en die voldeed aan het profiel en de competenties die de Raad van Bestuur en de Directie voor ogen hadden. Door 4 trainers te vervangen door 1 komt er veel meer geld vrij voor de atleten, onze voornaamste stakeholders.
- We zijn er ons van bewust dat dit een ingrijpende verandering is, maar de omstandigheden maken dit noodzakelijk.
- Het principe van de vrije keuze voor de atleet om in te stappen in deze topsportwerking wordt hierbij gehanteerd. Het spreekt voor zich dat een atleet die hierin instapt, kan genieten van deze professionele ondersteuning en omkadering. We hebben spijtig genoeg niet voldoende middelen om mensen buiten deze werking te ondersteunen.
- We stellen vast dat veel ondertekenaars van deze brief in het verleden langs de kassa van de federatie gepasseerd zijn en dat in het nieuwe beleid deze optie niet meer bestaat.
- We sluiten de persoonlijke coaches absoluut niet uit en ze zijn meer dan welkom, als de wil er is om samen te werken in het belang van onze atleten. Wij betreuren dan ook dat er sprake is van intimidatie, omdat deze bewering ook wordt gedaan door trainers die de laatste jaren geen contact meer hebben gehad met onze technische directeur en ook geen atleten hebben in onze werking.
- Opvallend is ook dat de ondertekenaars niet unaniem de volledige ‘Open Brief’ hebben ondertekend voor akkoord, maar dat de keuze gemaakt wordt om alleen de stellingen in eigen belang te selecteren.
Gery Follens, Voorzitter Atletiek Vlaanderen