17/07

Juniores in Zweden, Scholieren in Azerbeidjan

site-eyof-ekj

Junior Tim Van De Velde (Boras) en scholiere Liefde Schoemaker (Baku) zijn twee jeugdtroeven op de volgende Europese atletiektoernooien.

Na het ongeëvenaarde succes van onze landgenoten bij de Europese beloftekampioenschappen vorige week in Zweden, gaan vanaf morgen de juniores aan de slag in een Europese context. De 25ste EK voor juniores hebben na het ‘grote’ EK ook de langste traditie. Eentje die al teruggaat tot in 1970, ouder dus dan de IAAF-wereldkampioenschappen.

In die afgelopen halve eeuw veroverden onze U20 jongens en meisjes samen 13 keer goud, 15 keer zilver en evenveel keer brons. Van de 103 finaleplaatsen tussen 4de en 8ste stek, grabbelden er liefst 20 nog eens net naast een medaille.

Herman Mignon werd in Colombes-Parijs 1970 de eerste Europese junioreskampioen voor ons land, alhoewel hij toen niet als eerste over de eindstreep van de 3000m liep. Na diskwalificatie van zijn onsportieve West-Duitse concurrent, kreeg de Geraardsbergenaar toch de Europese titel toegewezen. Na Herman volgden nog illustere landgenoten. Denk maar aan Fons Brydenbach (‘73), Betty Vansteenbroek (‘81), hordeloopsters Eline Berings (‘05) en Anne Zagré (‘09) of meerkampers Thomas Van Der Plaetsen (‘09) en Nafi Thiam (‘13). De meest recente EKJ-titels werden vier jaar geleden behaald door Renée Eykens en Nenah De Coninck. Een EKu20-medaille is gelukkig geen ‘must’ om een succesrijke sportcarrière uit te bouwen: Ivo Van Damme (4de in ’73), Kim Gevaert (5de in ’97), Eddy Annys (6de in ’77) of Patrick Stevens (6de in ’87) – om maar die te noemen – stonden nooit op een individueel Europees juniorespodium.

Voor deze 25ste editie worden 11 atleten en twee estafetteteams afgevaardigd naar west-Zweden. Boras is een stad van 100.000 inwoners in de nabijheid van Götebörg, dat iets vertrouwder in de atletiekoren klinkt. Gävle, waar de beloften hun Europese oogst verzamelden,  ligt in Oost-Zweden, aan de Baltische golf en een stuk noordelijker dan Boras.

Gezien de relatief jonge junioresleeftijd, is het moeilijk voorspelbaar welke landgenoten zullen uitblinken in deze middelgrote delegatie. Steepleloper Tim Van De Velde en hoogspringer Thomas Carmoy (al 7de twee jaar geleden) hebben hun internationale strepen al wel verdiend en toppen momenteel zelfs de Europese ranglijst, iets waarop speerwerper Cedric Sorgeloos ook prat kan gaan. De Waaslander heeft overigens een clubgenoot die in 1975 met de Europese juniorestitel 3000m aan de haal ging: Yvan Naessens. (Horde)sprintsters Lucie Ferauge en Angel Agwazie staan net als springsters Zita Goossens en Elien Vekemans en 1500m-loper Ruben Verheyden tussen de plaatsen 6 en 8 gerangschikt. Hordeloopster Eline Claeys zal ongetwijfeld geïnspireerd zijn door het beloftegoud van Paulien Couckuyt en staat 13de op die lijst. Meerkampers Daniel Segers (10) en Jaan Bal (12) hebben eveneens een mooie uitgangspositie voor een top-8 plaats. Leuk detail: Steve Bal, papa van Jaan, werd in dit kampioenschap in Hongarije 1995 al 5de.  De lat ligt daar dus al hoog. En voor wat betreft de twee estafetteteams: het EKu23 heeft nogmaals bewezen dat er daaromtrent weinig te voorspellen valt. Een medaille of een diskwalificatie ligt héél dicht bij elkaar.

Deze EKu20 beginnen donderdag 18 juli en duren tot en met zondag 21 juli. Wij vatten deze competitie dagelijks samen via deze webpagina.

Onze nationale feestdag is dus de laatste werkdag voor de juniores in Zweden, maar meteen ook de eerste voor de EYOF. Het European Youth Olympic Festival werd in 1991 in ons eigenste Brussel geboren en is nu in Baku – Azerbeidjan – al aan een 15de halte toe. Vergelijkingspunten zijn ook nu dus mogelijk, maar de nog jongere scholierenleeftijd in combinatie met het feit dat niet elk groot atletiekland veel interesse betoonde voor dit evenement, maakt voorspellingen nog een stuk moeilijker. Liefst 17 gouden medailles staan op het Belgische palmares. Denk maar aan Kim Gevaert (’95) maar ook aan Alexander Doom (’13) en Daniel Segers (’17). Laatstgenoemd duo heeft dat EYOF-succes dus kunnen doortrekken naar Zweedse terreinen anno 2019. Naast de 17 EYOF-titels komen nog 22 zilveren en evenveel bronzen medailles het nationaal palmares opsmukken. Toch is de huidige delegatie van zes atleten een absoluut bodemgetal. Atletiek past in de EYOF in een ruimere Olympische context en dat heeft uiteraard impact op de selectie. Alhoewel: de drie jongens en drie meisjes die geselecteerd werden, steken niet boven de Europese maaivelden uit, uitgezonderd Liefde Schoemaker. De Henegouwse had ook de EKu20-limiet uit haar 400m-benen geschud en staat bovenaan de Europese scholierenranglijst, gevolgd door liefst 5 Spaanse kwartmijlers. Verder bordurend op die continentale ranglijst, moet ook meerkamper Jente Hauttekeete goed voor de dag kunnen komen. Jente staat op plaats drie maar kan niet terugbuigen op de EYOF-historie van zijn nationale voorgangers. Dat in tegenstelling tot zijn 5 metgezellen die in het palmares allemaal minstens één medaille kunnen terugvinden. Springers Jules Vanlangenaker (7) en Sten Geenens (10) moeten een top 8-plaats ambiëren, iets wat ook sprintster Mariam Oulare (10) moet kunnen. Syrah Ghijselings is de enige (!) afstandsloopster in de selectie. De Gentse staat voorlopig als 7de in de 1500m-ranking.

Deze EYOF beginnen zondag 21 juli en duren tot en met zaterdag 27 juli. Wij vatten deze competitie dagelijks samen via deze webpagina.