03/03
EK indoor dag 2: Brons voor Noor Vidts, goud en WR voor Nafi Thiam!
Nafi Thiam en Noor Vidts.
Foto: Belga (Jasper Jacobs)
De vijfkamp begon uitstekend voor onze landgenotes. Noor Vidts/VAC won de 60 meter horden in 8”21, slechts zes honderdsten boven haar persoonlijk record. Nafi Thiam/RFCL was derde in 8”23, een evenaring van haar zes jaar oude persoonlijk record. In het hoogspringen gingen de twee op hun prima elan door. Nafi won met 1m92, vier centimeter onder haar persoonlijk record maar vooral drie centimeter beter dan in haar beste meerkamp ooit. Noor eindigde als derde met 1m83, amper één centimeter onder haar persoonlijk record. Na twee onderdelen was Thiam leider en stond Noor derde met tussen hen in de Poolse Adrianna Sulek.
Het mooie liedje bleef duren, want ook in het kogelstoten deden Nafi en Noor het zéér goed. Nafi won met een persoonlijk record van 15m54, Noor was derde en bleef met 14m12 slechts tien centimeter onder haar persoonlijk record. Nafi kwam ruimer aan de leiding, maar naderde ook tot op 27 puntjes van het wereldrecord. Noor stond nog altijd derde.
Aan de start van de avondsessie volgde het verspringen en ook daar verging het onze landgenotes weer goed. Ze moesten de zege wel aan Sulek laten, die 6m62 lukte en zo aanspreek bleef maken op goud. Nafi was tweede met 6m59 en bleef leider, Noor was derde met 6m55 en stond nog altijd op de derde plaats.
De afsluitende 800 meter werd om meerdere redenen spannend: er stonden twee medailles op het spel, maar ook een wereldrecord. Voor dat laatste had Nafi 2’16”51 nodig. En of dat lukte: ze snelde naar een vierde plaats in een dik persoonlijk record van 2’13”60. Dat bracht haar op 5.055 punten, 43 punten boven het wereldrecord! On-ge-lo-fe-lijk. Zilver was voor Sulek, die met 5.014 punten eveneens over het wereldrecord ging. Noor was vijfde in de 800 meter in 2’14”52 en stelde brons veilig, haar derde indoormedaille al in drie jaar tijd. Ze kwam op 4.823 punten.
De reeksen van de 400 meter bij de mannen verliepen voorspoedig. Alexander Doom/AVR liep met 46”26 de vierde tijd van alle deelnemers, Julien Watrin/DAMP met 46”41 de zesde tijd over alle reeksen heen. Beide landgenoten dus zonder enig probleem naar de halve finales, en die volgden meteen in de avondsessie. Pittig dagje dus, maar dat lieten onze Belgen niet aan hun hart komen. Julien denderde naar een nationaal record van 45”82 en klokte de derde tijd van alle halve finalisten, Alexander zette met 46”12 de zesde tijd neer en mocht eveneens mee naar de finale. Twee Belgen bij de laatste zes!
In de reeksen van de 400 meter bij de vrouwen maakte Helena Ponette/HCO indruk door met een dik persoonlijk record van 52”31 de derde tijd over alle reeksen heen neer te zetten en door te stoten naar de halve finales. Camille Laus/OEH bleef steken op 53”10, de twaalfde tijd en niet genoeg om naar de halve finales te mogen. Net als de mannen moest ook Helena ’s avonds alweer aan de bak voor haar halve finale. Daarin kwam ze ietsje minder sterk voor de dag, maar wel nog degelijk, en zette met 53”07 de zevende tijd neer. Einde verhaal dus, maar toch niet slecht voor een allereerste internationaal kampioenschap.
Rani Rosius/AVT en Delphine Nkansa/RESC deden het uitstekend in de reeksen van de 60 meter. Ze klokten allebei 7”22 en gingen zo als nummers vier en vijf over alle series heen naar de halve finales. Rani benaderde haar persoonlijk record tot op twee honderdsten, Delphine tot op één honderdste. In die halve finales later op de dag lieten onze nationale spurtkanonnen nog meer van zich spreken. Rani denderde naar 7”16, een dik persoonlijk record waarmee ze tot op zes honderdsten van het Belgisch record van Kim Gevaert naderde. Delphine klokte opnieuw 7”22. Het leverde de respectievelijk vierde en vijfde tijd op, met twee naar de finale dus. Zestien jaar lang hadden we niemand in een 60 meterfinale op een EK, nu plots twee landgenotes.
In de finale ging het nóg harder. Rani vloog naar een vierde plaats in 7”15, op amper vijf honderdsten van Gevaert. Delphine was zesde in een persoonlijk record van 7”19. De toekomst van de korte spurt ziet er in ons land wel héél rooskleurig uit.
Ismael Debjani/CABW moest in de finale van de 1.500 meter relatief vroeg afhaken, maar liep toch nog op een verdienstelijke zevende plaats binnen in 3’40”06. Olympisch kampioen Jakob Ingebrigtsen was ongenaakbaar in 3’33”95, een kampioenschapsrecord.
Thomas Carmoy/CRAC plaatste zich probleemloos voor de hoogspringfinale. Hij had zelfs maar drie sprongen nodig. Hij bleef foutloos tot en met 2m19, en dat was genoeg voor de finale, waarin hij zijn bronzen plak van twee jaar geleden in Torun mag gaan verdedigen.