09/05

De olympische droom van Michael Obasuyi

obasuyi-d4s5422-min

Michael Obasuyi.

Parijs is nog ver, maar niet meer zó ver. Tokio ligt nog vers in het geheugen – het kwam dan ook een jaartje later dan voorzien – en toch doemen de volgende Spelen al op aan de horizon. We laten onze eliteatleten aan het woord over hun traject naar Parijs en hun ultieme olympische droom. Vandaag hordeloper Michael Obasuyi.

Dag Michael, heeft jouw sterke winterseizoen vertrouwen gegeven om er ook een mooie zomer van te maken?

“Mijn indoorseizoen was inderdaad heel goed met een Belgisch record en WK-finale. Het is fijn dat ik na twee jaar weer op het hoogste niveau heb kunnen presteren. Dat heeft voor een vertrouwensboost gezorgd, maar vooral voor de bevestiging dat ik het potentieel heb om met de beste hordelopers van de wereld mee te draaien. Dat komt voor mij niet echt als een verrassing, maar wel als een beloning voor mijn vele geduld. Hopelijk kan ik het nu doortrekken naar de zomer.”

Ben je tussen winter- en zomerseizoen nog op stage geweest?

“Ik ben twee weken naar Cyprus geweest, maar dat was geen topstage. Ik zat met een probleem aan de kuit, maar ondertussen weet ik dat zoiets geen groot probleem hoeft te zijn. Fysiek en mentaal gezond blijven is het belangrijkste, maar een week of twee zonder hordetraining hoeft geen drama te zijn. Bij mijn eerste wedstrijd was het meteen duidelijk dat ik de juiste vorm vast heb.”

Je liep op het BK studenten een straffe, maar windgesteunde 13”35. Een extra bevestiging dat er een mooie zomer aankomt?

“Klopt, vooral omdat het mijn seizoensopener was. In het verleden heb ik nooit onder de 13”70 geopend. Dan is dit toch een heel ander niveau. Het eerste deel van mijn wedstrijd was bijna zo goed als in Glasgow, op de laatste horden verloor ik nog wat. Er is nog ruimte voor progressie, maar ik lijk wel klaar voor datgene wat ik nu al een paar jaar zeg: elk weekend 13”30 lopen. Ik wil week in, week uit heel competitief zijn.”

Welke wedstrijden staan er de komende weken op de planning?

“Eerst de Super League in Kessel-Lo, dan Montgeron in Frankrijk en dan de IFAM. Daarna is het EK in Rome al daar en zit mijn eerste wedstrijdblok erop.”

Hoe belangrijk is het EK voor jou in een olympisch seizoen?

“Veel atleten hebben daar een andere mening over en plaatsen het EK onder de Spelen, maar voor mij is Rome even belangrijk. Ik wil elk kampioenschap zo goed mogelijk zijn en op het EK wil ik in de eerste plaats in de finale geraken. Daarna zal de vorm van de dag beslissen. In mijn ogen kan elke finalist Europees kampioen worden.”

Heb je alle vertrouwen in olympische kwalificatie via de ranking of wil je de rechtstreekse limiet van 13”27 lopen?

“Het puntensysteem is niets voor mij. Ik ben er totaal niet mee bezig en kies mijn wedstrijden ook niet uit om punten te scoren. Ik kies alleen de wedstrijden die ik leuk vind. Plezier hebben vind ik belangrijker. En ik denk dat de limiet geen probleem mag vormen. Ik ben er zeker van dat die zal vallen, maar de omstandigheden moeten meezitten en ik mag geen foutjes maken.

Je bent sinds Tokio al olympiër, maar sinds wanneer koesterde jij een olympische droom?

“Ik ben op mijn tiende met atletiek begonnen en daarna al heel snel naar de topsportschool gegaan. Vanaf dan zijn de Spelen altijd het doel geweest. Dat heb ik in Tokio al bereikt. Het was een goeie leerschool en nu voel ik me klaar om ook echt competitief te zijn.”

Wat heb je geleerd in Tokio?

“Dat ik het allemaal niet te serieus moet nemen. Dat werkt het beste voor mij. Plezier maken, niet met tijd of plaats bezig zijn en gewoon zo hard mogelijk lopen, zo wil ik het doen. In Tokio was het allemaal van moeten geworden. In Glasgow is mij dat beter gelukt, mede dankzij Elie Bacari. Hij heeft nog dat jeugdige van een beetje dwaas doen en zich amuseren, en dat is voor mij een mooie herinnering geweest. Dat moet ik ook toepassen, maar het is makkelijker gezegd dan gedaan. Als de Spelen dichterbij komen ga je het weer allemaal serieuzer namen, maar ik probeer te onthouden dat plezier essentieel is. Op het einde van het dag gaat het máár over sport en doe ik hordelopen omdat ik het leuk vind.”

Zie jij Parijs als de belangrijkste Spelen van je carrière, of wil je in 2028 nog beter doen?

“Zes jaar geleden ben ik in Be Gold gestapt en vanaf dan ging het altijd over Parijs. Tokio kwam onverwacht, maar nu ben ik fysiek en mentaal klaar om mijn beste prestaties ooit neer te zetten. Het is niet zo dat ik al aan stoppen denk en in 2028 ben ik nog altijd maar 29, maar Los Angeles is nog heel ver weg.”

Droom je van een finale in Parijs deze zomer of is dat niet haalbaar?

“Ik ben het aan mezelf verplicht om dat mogelijk te vinden. Als ik start met het idee dat het te moeilijk zal zijn, vind ik dat een verkeerde ingesteldheid. Ik vermoed dat 13”25 in de halve finales zal volstaan om door te stoten.”